Ștefan Postol

“”Ik heb geleerd om tolerant te zijn en om andere doelen te hebben. Waar ik in Roemenië alleen streefde naar het welzijn van mijn familie en om een goede kunstenaar te zijn, wil ik hier een complexer mens worden, ik wil meer met de natuur communiceren (gek, want in Roemenië hebben we heel veel natuur, maar die wordt ons niet gegeven). Ik ben gelukkig hier, Nederland is menselijk.””
Ştefan Postol studeerde af aan de Kunstacademie in Roemenie, in de richtingen industrieel ontwerp, kunstpedagogie en kunsttherapie. Daarna trok hij de wereld in. Hij tekende karikaturen en straatportretten in verschillende Europese steden, hij maakte wandschilderingen, schilderijen en restaureerde in de Verenigde Staten, Hongarije, Marokko, Spanje en Oostenrijk, maar telkenmale voelde hij de drang om terug te gaan naar Roemenië: “om de lokale energie op te zuigen van Crişana, van Banat”. Vanaf 2015 – toen hij neerstreek in Amsterdam – was die energie niet zo belangrijk meer: “Nu voel ik me een met waar ik ben”. De kunstenaar Ştefan Postol voelt zich nu thuis: hij werkt hard en organiseert regelmatig exposities in Amsterdam en andere Nederlandse steden. Zijn favoriete project: het kunstatelier voor kinderen, in het bijzonder gericht op kinderen met een Roemeense achtergrond.

Hoe ben je in Nederland beland?

Ik voelde de behoefte om uit Roemenië te vertrekken. Nederland was niet per se mijn voorkeursbestemming. Ik wilde naar Frankrijk of België, waar Frans wordt gesproken. Ik had me ingeschreven in een Facebookgroep van Roemenen in Frankrijk en België. Mijn vrouw en ik waren vastbesloten om Roemenië te verlaten, wat er ook zou gebeuren. We wilden een betere toekomst voor onze kinderen. Het systeem waarin wij geleefd hebben en waar ook onze kinderen mee te maken kregen, was vastgelopen.

Mijn kind werd op school ‘Tudor de slechte’ genoemd, omdat hij een ander kind gekrabd had. Ik wilde niet dat dit label hem zou achtervolgen, ik wilde niet dat ik steeds als ik het tankstation inliep met mijn langere haar en spijkerbroek als dief werd aangemerkt. De blikken volgden mij steeds om te kijken of ik niet iets stal, dat zijn enkele redenen die tot mijn beslissing om te vertrekken geleid hebben.

We zijn gewoon vertrokken, met een auto waarin we de spullen van Elena, mijn vrouw, hadden gestopt, en mijn olieverf, zonder enig kapitaal. Elena is manicure, nagelstyliste, en ik schilder. Vandaar dat de helft van de auto vol was met de nagellak van Elena en de andere helft met mijn olieverf.

Mij werd aangeraden om me ook in te schrijven in een groep Roemenen in Nederland. Daar zag ik een advertentie in het Roemeens waarin een manicure gezocht werd. Het was duidelijk dat de eigenares Roemeense was, ik heb contact met haar opgenomen, we werden het eens en toen zijn we vertrokken. Alleen wij twee, de kinderen bleven in het begin bij mijn ouders, ze gingen naar de kinderopvang in het dorp. We kwamen hier voor drie maanden om te kijken hoe het was.

 

Hoe was het begin?

Het was heel moeilijk. We kwamen ergens in april hier aan, het was erg koud. De vrouw die een manicure nodig had, had ons ook een onderkomen aangeboden, in een vakantiehuis. Je went eraan om zoiets te hebben in Nederland, het zijn kleine huizen, milieuvriendelijk. We zijn hier niet met een vast contract gekomen, dat ons een zekere stabiliteit zou bieden, zekerheid voor de dag van morgen. Maar we zijn hier gebleven.

Elena en ik zijn nu een team, maar in het begin stond zij aan de basis. We leefden van wat zij verdiende. Veel was het niet, maar we wisten dat de situatie zou veranderen, dat het geen eeuwigheid zou duren, en dat we uiteindelijk iets zouden doen wat we leuk vinden, waar we van houden. Dat was ons doel en zo zijn we verder gegaan. Na vier maanden gingen we terug om de kinderen op te halen, we hebben paspoorten voor hen aangevraagd en toen zijn we met zijn allen hierheen gekomen. Waarom?

Ik heb veel gereisd, ik heb lange tijd als straatportrettist gewerkt, zomers verdiende ik mijn inkomen door het maken van straatportretten, karikaturen, zo heb ik veel door Europa gereisd, maar ook naar Casablanca in Marokko, naar de Verenigde Staten, enzovoort. Amsterdam gaf me een gevoel van zekerheid, ik voelde dat het goed zou komen. Als je iets over Nederland hoort, gaan je gedachten naar Rembrandt, naar de Gouden Eeuw van de kunstenaars, naar de windmolens en andere toeristische attracties, maar toen ik hier aankwam, voelde ik het bruisen van de stad en ik zei tegen me zelf, dit is echt een stad voor kunstenaars, een stad met beschaving. Ik had vaak gehoord dat in Amsterdam drugsverslaafden op straat slapen, daar klopt niks van. Amsterdam is een heel chique en nette stad en je ziet overal waar je loopt kunst.

We hebben drie kinderen, die heel close met elkaar zijn, iets wat de overgang voor hen makkelijker heeft gemaakt. Aan de andere kant hebben ze zich direct aan het onderwijssysteem aangepast. David, onze oudste zoon, kwam na een schooldag thuis en zei tegen Elena: ‘mama, hier lachen de kinderen elkaar niet uit als je je omkleedt voor de gymles’. Deze reacties van de kinderen helpen ons om te begrijpen hoe de school en hoe de samenleving hier in Nederland is.

 

Wat waren de eerste successen na jullie aankomst in Nederland?

Meer dan twee jaar geleden zijn we hier gekomen. Ik moet zeggen dat ik in het begin geschrokken was toen ik van andere kunstenaars hoorde dat ze na vijf jaar erin geslaagd waren om hier bekend te worden. Dat leek me een erg lange periode, zelfs de universiteit was korter, ik heb kunstpedagogiek gestudeerd. Maar ik ben er snel achter gekomen hoe het kennissennetwerk hier werkt en ik kan zeggen dat ik er na twee jaar in geslaagd ben om hier als kunstenaar bekendheid te krijgen, Elena heeft haar eigen klantenkring en de kinderen hebben zich hier prima aangepast. Aan het begin was het moeilijk, maar we hebben ons erg snel aangepast.

In Roemenië was ik thematisch kunstenaar, ik maakte kunststenen, muurkunst, ik deed van alles. Ik werkte op bestelling. Toen ik hier aankwam, concentreerde ik me op muurkunst, ik heb me hier als muurkunstenaar gepromoot en mijn eerste muurkunst in Nederland had ik na drie maanden al gerealiseerd, voor Roemenen. Dit gebeurde daarna vaker en ik had mijn eerste persoonlijke tentoonstelling na slechts tien maanden. Ik heb nu meer dan drie persoonlijke tentoonstellingen, ik heb ook deelgenomen aan een tentoonstelling van een heel belangrijke groep, die meer dan honderd straatkunstenaars uit de hele wereld bij elkaar bracht.

 

Vind je dit land als kunstenaar inspirerend?

Ik zei eerder al dat ik in veel verschillende landen ben geweest, waar ik me heel goed voelde, maar ik voelde me steeds weer naar Roemenië terug getrokken. Ik wilde eerst naar Frankrijk, omdat ik dacht dat Frankrijk het land voor de kunstenaars is; ik heb in Barcelona gewoond, waar onze tweede zoon is geboren, een geschikte plek voor culturele ontwikkeling, maar in Amsterdam heb ik nooit de behoefte gevoeld om te vertrekken. In tegendeel, als ik in Roemenië ben, popel ik om weer terug te gaan naar Amsterdam. Ik denk dat dit de meest geschikte plek voor mij is.

 

Wat betekende succes voor jou voordat je uit Roemenië vertrok en wat betekent het nu voor je?

Als je in Roemenië bent, zelfs als je al wat hebt gereisd, pas je je uiteindelijk toch aan het model aan: een huis, een auto… Ook al is dat verleidelijk, ik heb dat nooit als succes beschouwd, maar ik kan niet zeggen dat ik er niet door beïnvloed ben. Zo ben ik hier gekomen, beïnvloed door het Roemeense succesmodel. Ik denk zeker dat het belangrijk is om een dak boven je hoofd te hebben, om je eigen nest te hebben, maar iedereen heeft dat. Hier komt het succes van een andere kant. Je kunt zeggen dat je niet voor niets hebt geleefd als je erin geslaagd bent om iets voor jezelf en voor anderen te doen.

Ik heb kinderen (leerlingen) die ik probeer om te leren tekenen, te schilderen en mijn optimisme is voor hen een voorbeeld. Eén van de kinderen vroeg mij zelfs: ‘Stefan, ben je optimistisch?’…’Ja, maar waarom vraag je dat aan mij?’… ‘Omdat ik heel pessimistisch ben’, zei mijn kind tegen mij. Met behulp van een tekening heb ik hem geholpen om over deze houding heen te komen, die in zijn geval niet terecht is.

 

 

Hoe stel je je op ten opzichte van de Roemeense gemeenschap in Nederland?

Ik voel dat ik deel uitmaak van deze gemeenschap. Ik moet zeggen dat we het niet hebben over een grote gemeenschap, zoals in Spanje of in Italië. In Nederland is de gemeenschap kleiner, maar degenen die hier komen hebben een bovengemiddeld niveau, ik bedoel wat betreft hun studie en de activiteiten waarbij ze betrokken zijn.

Ik voel dat ze iets willen voor hun kinderen, ze schrijven hun kinderen niet alleen in voor mijn cursussen omdat het in de mode is. Ik voel dat de ouders echt in hun kinderen investeren. In mijn atelier werk ik alleen met kinderen van Roemeense komaf, want mijn technisch woordenboek is in het Roemeens, hierin druk ik me veel makkelijker uit, maar nu heb ik veel meer aanvragen en waarschijnlijk ga ik ook lessen geven in het Engels.

 

Wat heb je hier in Nederland geleerd?

Ik heb geleerd om tolerant te zijn en om andere doelen te hebben. Waar ik in Roemenië alleen streefde naar het welzijn van mijn familie en om een goede kunstenaar te zijn, wil ik hier een complexer mens worden, ik wil meer met de natuur communiceren (gek, want in Roemenië hebben we heel veel natuur, maar die wordt ons niet gegeven). Ik ben gelukkig hier, Nederland is menselijk.

 

Welke tips zou je geven aan een Roemeen die naar Nederland wil komen?

Ik kan geen tip geven. De meesten komen met een vast contract, niet zoals wij hier zijn gekomen. Wij zijn een apart geval. Je kan niet zomaar vertrekken, je moet een beroep hebben wat je iets oplevert, zodat je de huur en de dagelijkse kosten kunt betalen. Hier slaapt men niet onder de brug of in het park, niemand verhuurt je iets zonder arbeidscontract, waarmee je kunt aantonen dat je de huur kunt betalen.

Interview door Claudia Marcu en Alexandru Iosup

vertaling door  Daniël Schenkeveld

Portret foto: Cristian Călin –  www.cristiancalin.video

 

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn