Corneliu Ganea

“”Amsterdam is mijn stad. In 2001 kwam ik voor een auditie in Den Haag en ik stopte onderweg voor één of twee dagen in Amsterdam. Vanaf dat moment ben ik verliefd geworden op de stad. Ik zei tegen mezelf dat ik op een gegeven moment van mijn leven in deze stad moest wonen. En kijk eens, zes jaar later is mijn droom uitgekomen.””
Corneliu Ganea is choreograaf en docent in Amsterdam. Met de creatie van een eerste duet in 1999, ontdekte hij zijn passie voor choreografie. Zijn werken zijn gepresenteerd op verschillende festival, de meeste daarvan zijn ook nog eens gelauwerd bij diverse choreografische competities in een groot aantal landen. In 2007 was Corneliu mede-oprichter van het productiehuis ‘Random Collision’ in Groningen, in 2014 stond hij samen met anderen aan de wieg van ‘Area 59’ in Amsterdam. Op dit moment werkt hij aan een online bibliotheek met integrale versies van hedendaagse dansvideo’s, met de naam: www.encore.dance Een van zijn lievelingsprojecten is een voorstelling genaamd ‘Hora’, geïnspireerd door traditionele dans, muziek en rituelen in Roemenië. https://www.corneliuganea.com/hora/

Hoe ben je in Nederland gekomen?

Ik was mijn baan kwijtgeraakt in Duitsland, in München, en ik kwam naar Groningen op auditie bij het bedrijf NND/Galilidans. Na de auditie kreeg ik een jaarcontract aangeboden, wat ik niet kon afwijzen. Zo ben ik in november 2006 in Groningen aangekomen.

 

Hoe was het begin ?

Vrij makkelijk. Ik sprak natuurlijk Engels, hier spreekt iedereen Engels… Bij binnenkomst in een bedrijf waar alles georganiseerd verloopt, het werk van 10 tot 6 uur, daarna naar de georganiseerde voorstellingen, ze halen en brengen je met de bus, in een omgeving van internationale ervaren dansers uit verschillende landen, maakte ik heel makkelijk en heel fijn contact in mijn beroep. Maar buiten het bedrijf heb ik niet echt veel contacten, want ik was steeds erg druk vanwege mijn werk, maar als we vrije tijd hadden, gingen we met zijn allen uit en hebben we enkele Nederlanders ontmoet.

 

Probeer je nu meer te integreren in de gemeenschap waarin je leeft ?

Ja en nee. Het is een groot probleem dat ik de taal nog niet vloeiend genoeg spreek. Ik begrijp, schrijf en spreek het een beetje, maar onvoldoende om echt goed in de gemeenschap te komen.

Deze kleine belemmering daargelaten, lijkt het me een gemeenschap die erg open staat voor buitenlanders. Het is een erg extraverte maatschappij. Ze zijn erg aardig, luidruchtig en expressief… Ik heb zes jaar in Duitsland gewoond, daarmee vergeleken is de Duitse samenleving iets te beleefd, te veel regels, te veel systemen die bepaalde uitdrukkingen in de weg staan, een bepaalde natuurlijke manier van de mens om zich uit te drukken. Hier daarentegen zijn mensen veel opener in de manier waarop ze communiceren, in de manier waarop ze naar je kijken, de lichaamstaal, hoe je jezelf uitdrukt. In Duitsland staat er altijd een spier gespannen, maar hier is die spier meer ontspannen en soepeler. Duitsland was het tweede land na Roemenië. De eerste keer was ik in Zwitserland, in Zürich. De vergelijking met Duitsland lijkt hier erg op. Ik belandde in München, dat wat vrijer is, en ook al is de regio erg conventioneel, ze zijn veel opener dan de mensen in Augsburg of Zürich. Zürich is een erg gesloten omgeving, prettig vanaf de buitenkant, maar van binnen… Na twee jaar in Zürich voelde ik de sterke behoefte om te vertrekken. Ik was student en zonder een baan die mij een vast inkomen garandeerde, om me comfortabeler te kunnen voelen.

 

Elf jaar in Nederland betekent dat je niet de behoefte voelt om deze omgeving te verlaten?

Ik voel niet de behoefte om hier te vertrekken, maar om te integreren. Ik voel de behoefte  aan een bepaalde vertrouwelijkheid zoals ik die automatisch ervaar wanneer ik thuiskom, in mijn land, bij familie, met vrienden, waar ik ook ben in Roemenië. Het is een soort vertrouwelijkheid die ik nergens in de wereld kan vinden. Maar in vergelijking met andere plaatsen, voel ik me in Nederland toch als thuis. Amsterdam is mijn stad. In 2001 kwam ik voor een auditie in Den Haag en ik stopte onderweg voor één of twee dagen in Amsterdam. Vanaf dat moment ben ik verliefd geworden op de stad. Ik zei tegen mezelf dat ik op een gegeven moment van mijn leven in deze stad moest wonen. En kijk eens, zes jaar later is mijn droom uitgekomen.

 

Denk je dat je iets zou kunnen doen om de afstand te verkleinen, om beter geïntegreerd te zijn?

Dat is een heel interessante vraag. Ik denk niet dat je Roemenië en Nederland goed kunt vergelijken. Het zijn twee compleet verschillende landen en ik ben volkomen partijdig. Roemenië zal altijd in mijn hart en ziel blijven. Aan de andere kant heb ik in Nederland een huis, vrienden, werk, ik heb alles wat ik nodig heb. Ik denk dat als ik de taal spreek en veel moeite doe om de taal vloeiend te spreken, dat ik dan veel beter in de maatschappij zou integreren. Maar tegelijkertijd helpt de maatschappij mij zeer.  Het bedrijf dat ik heb functioneert erg goed dankzij de wetten en het systeem. Ik studeer nu film hier in Amsterdam, aan de SAE Institute. Ik heb geen cent van de kosten hoeven te betalen, want ik had drie stichtingen en instellingen die voor deze cursus betaald hebben omdat ik mijn baan als danser kwijtgeraakt ben als gevolg van de financiële crisis van 2008 en 2010. Het zijn instellingen die mij ondersteunen, als danser en als ondernemer, maar het hangt ook van mezelf af of ik beter integreer.

 

Wat betekende succes voor jou voordat je uit Roemenië vertrok en wat betekent het nu voor je ?

Toen ik 18 was had ik een duidelijk gedefinieerd idee over mijn persoonlijk succes. Vanaf dat ik zes jaar was, heb ik alleen met mijn moeder gewoond. Wij ontdekten samen dat ik danstalent had en mijn moeder heeft dat gesteund en gestimuleerd totdat ik uit Roemenië vertrok. Onze droom was dat ik professioneel danser zou worden – principal dancer – bij een internationaal balletbedrijf. Mijn moeder heeft mij gesteund en mijn droom versterkt, ze heeft die voor mij gevisualiseerd door over deze ideeën te praten, ze heeft mij geleerd hoe ik me in de maatschappij moet gedragen. En voordat ik uit Roemenië vertrok, zag ik me zelf al dansend bij een dansbedrijf, met succes, en veel met het vliegtuig reizend samen met de dansers, met de bus naar de voorstellingen, met mensen pratend en ga zo maar door. Dus dat was mijn droom die mij gedragen heeft en mij energie en kracht gaf tot ik de droom waargemaakt had en ik erin geslaagd was om danser te worden, geen balletdanser, maar hedendaagse dans. Ik heb gereisd, ik heb de wereld gezien door het dansen en ik mijn droom is uitgekomen.

Nu heb ik andere dromen. Ik moest andere dromen vormen en ontdekken, die alleen door mij gedragen worden, zonder mijn moeder naast mij. Nu moet alles van mijn kant komen. Mijn droom is nu om een succesvol choreograaf te worden, om me hier in Nederland te bewijzen, maar ook op internationaal niveau. Tegelijkertijd zou ik me willen bewijzen als filmmaker, in de filmwereld.

 

 

Heb je cultureel gezien een shock gehad in Nederland?

Ik pas me heel gemakkelijk aan en ik schrik niet snel ergens van. Ik zou het geen shock noemen, maar er waren wel opvallende dingen, zaken die je aandacht trekken. Iets wat mij tot op zekere hoogte in positieve zin opviel, was het feit dat kinderen van jongs af aan geleerd wordt om de regels te volgen en ze toe te passen. De maatschappij is goed georganiseerd wat de wetten betreft, het is precies het tegenoverstelde van Roemenië, hier respecteert men de regels en de mensen vinden het ook fijn om ze te respecteren. In Roemenië is het precies tegengesteld, het gaat ook zonder regels, dat maakt niet uit! Hier verbaast het me. Hier zie ik de regels als experimenten om de maatschappij te organiseren. Die aspecten vind ik fascinerend.

 

Voel je je onderdeel van de Roemeense gemeenschap in Nederland?

Ik heb hier een goede, zelfs heel goede positie ten opzichte van de Roemeense gemeenschap. Hier in Nederland kun je niet makkelijk streken uithalen. Als je dat doet, dan wordt je ontdekt. Degenen die hier komen, hebben een opleiding gedaan, de jongeren die een beroep hebben en hier komen om iets op te bouwen, gaan dat niet afbreken of problemen veroorzaken. En dat vind ik erg fijn, want veel Roemeense vrienden van mij dragen bij aan de maatschappij en zijn trots op zichzelf. We begrijpen elkaar heel goed en hebben iets om over te praten.

 

Welke tips zou je geven aan hen die naar Nederland zouden willen komen?

Daar heb ik nooit aan gedacht. Ik weet niet of ik zo direct een tip kan geven. In de eerste plaats in ieder geval Engels leren. Frans, Italiaans en natuurlijk Nederlands. Een duidelijk idee hebben van wat je wil doen. Een beroep hebben, beter gezegd, een duidelijk beroep hebben. Hier moet je op tijd komen, via kennissen, via iemand die jou kent en je moet iemand hebben die jou bekend maakt met de maatschappij. Toen ik hier kwam, wist ik dat ik danser wilde worden, ik wist dat ik een baan als danser wilde vinden bij een bedrijf. En ik heb op mijn beurt veel Roemenen geholpen om hier te komen, veel vrienden die precies wisten wat ze wilden: kok, chauffeur, timmerman. Ik heb diegenen geweigerd die een of twee maanden bij mij wilden wonen zonder een concreet plan. Dat is weggegooide energie en geld.

 

 

Interview door Claudia Marcu

vertaling door Daniël Schenkeveld

foto’s: Kim Doeleman en Ciprian Ionut Oprescu

Portret foto: Cristian Călin –  www.cristiancalin.video

 

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn