Corina Bordeianu

“”Ik belandde in een bijeenkomst met veel Philips directeuren, van meerdere afdelingen. Ze spraken over een belangrijk project, ze waren al een half uur aan het discussiëren en konden de beste oplossing niet vinden. Ik begreep niet precies wat de problemen waren want ik was pas net aangekomen. Op een gegeven moment zei één van de directeuren overtuigend en met luide stem: Ik zal eerlijk met jullie zijn en de waarheid zeggen. Ik keek verbaasd naar wat er gebeurde. De directeur ging door en noemde de problemen en gaf ook één of twee oplossingen. Op dat moment zag ik een conflict tussen Ierland waar ze, zoals ik aangaf, om de hete brei heen draaien zonder tot een door iedereen gedragen oplossing te komen, en tussen Nederland, waar alles op een directe manier gecommuniceerd wordt. Er werd snel een plan van aanpak opgesteld. Dat was mijn eerste culturele schok.””
Corina Bordeianu is geboren in Boekarest in een gezin met scheikundigen. Ze studeerde in Boekarest af als psychologe aan de Titu Maiorescu Universiteit en deed daarna een master Communicatie en Marketing aan de ‘National School for Public and Administrative Studies’ (SNSPA). Ze deed in Roemenië tien jaar ervaring op in het communicatie vak, met nadruk op online communicatie en social media. De laatste baan die ze had was bij Westyler, onderdeel van de GMP groep. Nog niet zo lang geleden verhuisde Corina naar Ierland en vrij snel daarna verruilde ze Ierland voor Nederland. Ze is nog steeds actief op het terrein van communicatie. Daarnaast maakt ze samen met haar echtgenoot artiest en fotograaf Bogdan Bordeianu reizen – hij is voormalige universitair assistent aan de National School of Arts in Boekarest. En ze laten zich altijd vergezellen door hun geliefde Labrador Laika, die inmiddels 10 jaar oud is.

Hoe ben je in Nederland gekomen?

Mijn verhaal in Nederland begint eigenlijk in Ierland. Mijn man en ik wilden al sinds geruime tijd uit Roemenië vertrekken, maar het was niet om financiële redenen. We wilden allebei een nieuw land ontdekken, een andere cultuur begrijpen en onszelf herontdekken in een andere cultuur.

Ik had mijn CV afgegeven om een baan te vinden in meerdere landen, totdat David Hayes, een directeur van sociale netwerken in Ierland, tegen mij zei: kom naar ons!

Hoe is dat gebeurd? Tijdens mijn vakantie zijn we in Ierland geweest en op de laatste dag bedachten we om ook naar een uitzendbureau te gaan voor een culturele uitwisseling tussen Ierland en Roemenië. Op dat moment had ik dezelfde functie als David Hayes, ik was directeur sociale netwerken bij Webstyler in Boekarest en hij was directeur van een bureau waarvan je de naam niet zult vergeten als ik die noem. Het bureau heet In the Company of Huskies.

We zijn dus bij dat bureau geweest en hebben veel dingen besproken wat betreft de dagelijkse problemen, over de klanten, over creativiteit in het publiceren en over veel andere zaken. Het was een heel mooi gesprek en aan het eind van het gesprek zei hij dat hij een vacature had bij zijn bureau en vroeg hij of ik daar wilde werken. Ik was niet voorbereid op deze vraag en ik gaf aan dat ik daar over moest nadenken. Ik vroeg hem om een offerte te maken die correspondeert met de levensstijl in Boekarest, de huur, de dagelijkse boodschappen, enzovoort, zodat ik niet minder betaald zou worden dan ik verdiende. Twee maanden later waren we al naar Ierland verhuisd en drie maanden later bracht mijn man Bogdan ook onze hond Laika met de auto omdat we niet zonder haar konden!

Na de eerste zes maanden kwamen we erachter dat we niet goed konden opschieten met de Ieren. We slaagden er niet in om te wennen aan hun gecompliceerde manier om naar dingen te kijken en aan hun dagelijkse gesprekken. Ze beantwoorden een vraag door zich in bochten te draaien zonder direct bij de oplossing uit te komen en die benadering vind je ook terug in hun manier van leven. Daarom besloten we om het op een andere plek te proberen. We hadden er nog wat meer tijd voor uitgetrokken want we wilden niet al na zes maanden vertrekken. In die periode overwogen we zelfs om terug te gaan naar Roemenië, dat was geen enkel probleem geweest.

Een vriend van ons raadde ons aan om het ook in andere landen in Europa te proberen. We wilden niet naar Groot-Brittannië, want de Ieren hebben veel van de Britten overgenomen en dus waren de kansen dat de Britse levensstijl ons niet zou bevallen vrij groot. Ik begon mijn CV in heel Europa te verspreiden en Philips Nederland had het beste aanbod. En zo ben ik in Nederland gekomen. We zijn in januari 2015 uit Roemenië vertrokken en in december van datzelfde jaar waren we al in Nederland.

 

Hoe was het begin hier in Nederland?

Ik belandde in een bijeenkomst met veel Philips directeuren, van meerdere afdelingen. Ze spraken over een belangrijk project, ze waren al een half uur aan het discussiëren en konden de beste oplossing niet vinden. Ik begreep niet precies wat de problemen waren want ik was pas net aangekomen. Op een gegeven moment zei één van de directeuren overtuigend en met luide stem: Ik zal eerlijk met jullie zijn en de waarheid zeggen. Ik keek verbaasd naar wat er gebeurde. De directeur ging door en noemde de problemen en gaf ook één of twee oplossingen. Op dat moment zag ik een conflict tussen Ierland waar ze, zoals ik aangaf, om de hete brei heen draaien zonder tot een door iedereen gedragen oplossing te komen, en tussen Nederland, waar alles op een directe manier gecommuniceerd wordt. Er werd snel een plan van aanpak opgesteld. Dat was mijn eerste culturele schok.

Daarna probeerde ik om hun cultuur te begrijpen. De taalbarrière speelt een belangrijke rol, want ik spreek de taal nog niet. Op kantoor spreekt iedereen Engels als er een buitenlander in de groep is en daarom is het heel moeilijk voor mij om Nederlands te leren. Ik ben begonnen om het te leren maar ik kan geen gecompliceerder gesprek voeren dan het gesprek met de kassière in de supermarkt. Dat gaat zo omdat niemand Nederlands met mij praat. Mijn man begint ook Nederlands te praten maar het duurt even voordat je een taal echt kent. Ik kijk televisie en ik begrijp veel van wat ik hoor maar dat is niet hetzelfde als het kunnen spreken. Zelfs tijdens het gesprek in de supermarkt blokkeer ik soms en lijkt het me veel makkelijker om me in het Engels uit te drukken, want ik weet zeker dat ik iets verkeerds zeg in het Nederlands, ofwel de uitspraak ofwel een verkeerd gebruik van ‘de’ en ‘het’. En zij schakelen gelijk zonder problemen over op Engels bij het horen van een klein foutje.

Op het stadhuis had ik een andere schok, als ik het met Roemenië zou vergelijken. In de eerste plaats het gebouw dat er mooier uitziet dan de mooiste privé-universiteit in Roemenië. Daarnaast spreekt iedereen je aan in het Engels, alles is gedigitaliseerd, je trekt een nummer voor wanneer je aan de beurt bent en binnen een kwartier sta je al tegenover een ambtenaar. Maar nog een grotere schok dan dat was dat degene aan de balie ons uitlegde dat hij het document zou tekenen dat wij nodig hadden en dat hij de verantwoordelijkheid op zich neemt voor die handtekening, voor de gegevens uit het document die hij vrijgeeft. Wanneer zullen we zoiets in Roemenië krijgen, de verantwoordelijkheid voor het gedane werk? Als ieder mens in Roemenië zich bewust zou zijn dat hij de verantwoordelijkheid moet nemen voor wat hij doet, zou de situatie veranderen. Maar je moet je er bewust van zijn dat het werk wat je doet ertoe doet.

 

Hoe voel je je na drie jaar in deze maatschappij?

Vergeleken met Ierland of Roemenië is het dagelijkse leven niet veel veranderd, het is nog hetzelfde. Ik ga naar kantoor, kom thuis en we proberen om een rijk cultureel leven te hebben. We hebben een erg goede relatie met de buren en hier moet ik iets over zeggen. Toen we in Nederland kwamen zeiden veel mensen tegen ons dat Nederlanders ons niet bij hen thuis zouden uitnodigen, dat ze koele mensen zijn… Ik ben bij de buren binnen geweest, we waren uitgenodigd voor het eten, we hebben samen een wijntje gedronken en veel gepraat. We hebben een buurvrouw die soms bij ons komt om Nederlands te praten. Dat vind ik buitengewoon. Bovendien helpen we elkaar onderling met drie of vier buren. En als ik zeg dat we elkaar helpen, bedoel ik niet het dragen van meubels, maar het is het soort hulp dat de relatie goed houdt. En ik denk dat zij het erg leuk vinden om te praten, ze willen meer te weten komen over het land waar ik vandaan kom, of ik uit een goed gezin kom, wat een goed gezin betekent in Roemenië, wat goed onderwijs betekent in Roemenië. Ze hadden veel vragen, vanaf het moment dat we hier kwamen. Toen ze zagen dat we een hond hadden, was de eerste vraag van onze buurman Hein: Hebben jullie plastic zakjes? En dat was het. Bogdan nam een plastic zak uit zijn broekzak en liet die zien, ook al waren we in onze eigen tuin. Daarna vond de toenadering langzaam maar zeker plaats.

 

Sommige mensen voelen zich beledigd door zulk soort vragen.

Ik heb ook van dat soort gevallen gehoord, maar wij voelden ons totaal niet beledigd, zelfs niet door de vraag: Hoelang blijven jullie hier? Ik denk dat het normale vragen zijn. We hadden in Roemenië bijvoorbeeld ook dat soort vragen voor Turken met wie we bevriend raakten en door de jaren heen bevriend bleven. Je wilt weten wie je buren zijn, wie je land binnen komt.

 

Maar terug naar de oorspronkelijke vraag. Hoe voel je je in de Nederlandse maatschappij?

Zelfs Nederlanders hebben mij deze vraag gesteld. Ik voel me nu alsof ik in twee werelden leef: in de wereld van het kantoor en in de wereld van het huis in Haarlem waar we wonen. En ik denk dat het in Roemenië ook zo was. Ik leefde in een zeepbel van reclamemensen tussen wie ik werkte en in een zeepbel van kunst, want Bogdan is kunstenaar.

Wat ons stoorde in Roemenië afgezien van de buren (grapje), was dat op het moment dat we in contact kwamen met andere bubbels die geen gemeenschappelijke interesses hadden met onze bubbel, we probeerden elkaar te vermijden, dat was een natuurlijke reactie. We wilden niet veel armoede zien, niet veel boze mensen, straten met kuilen en ga zo maar door. Hier bestaat deze afwijzing van contact met andere bubbels niet meer.

Maar ik kan niet anders zeggen dan dat we ons goed voelen hier. Het is een ontspannen toestand die we noch in Ierland noch in Roemenië hebben gehad. We voelen dat we ons persoonlijk kunnen ontwikkelen.

 

Wat betekent succes voor jou?

Toen hij de laatste keer in Roemenië was, had ik aan Bogdan gevraagd om voor mij het boek Old Farts mee te brengen van Sorina Vazelina. Het is een boek met illustraties. De schrijfster probeert het verleden uit te leggen met behulp van haar grootouders, van wie ze allerlei verhaaltjes verzamelt, waar ze illustraties van maakt. Eén van de verhalen gaat over de migratie in de tijd van de Habsburgse monarchie. In de tijd van de Habsburgse kolonisatie werden veel boeren verleid doordat hen een stuk land werd beloofd, een huis, ossen, paarden, een koe en een kar met gereedschap. Tussen 1722 en 1787, ik citeer uit het boek van Sorina, zijn 40.000 mensen in Banat gekomen en in Transsylvanië. De mensen noemden hen Schwaben, ze kwamen uit de Elzas en Lotharingen en uit Luxemburg.

Wat wil ik zeggen met dit verhaal? Soms is het goed als je je geschiedenis niet vergeet, zodat je je persoonlijke geschiedenis kunt interpreteren en je weet dat veel mensen denken dat als het je gelukt is om te emigreren, je geslaagd bent, want bij emigratie is succes gegarandeerd. Wat mensen die zo denken niet in overweging nemen, is de inspanning om je aan de nieuwe cultuur aan te passen en jezelf te herontdekken. In het binnenste van de emigrant vinden fundamentele veranderingen plaats, zo niet wat betreft persoonlijkheid, dan wel wat betreft de naam die de lokale bewoners je geven.

In mijn jeugd heb ik tussen etnische Duitsers gewoond in Sibiu. Ik weet dat ze goed bekend stonden en bewonderd werden omdat ze ijverig waren, maar ze bleven zo dicht mogelijk bij hun wortels van afkomst, Duitsland. De inwoners van Sibiu zagen hen als lokale bewoners, als ‘van hen’, maar ze wisten afstand te houden en zich te onderscheiden door hun cultuur en tradities. Het belangrijkste is denk ik dat je zag dat ze een gemeenschap vormen en die twee aparte gemeenschappen van etnische Duitsers en Roemenen respecteerden elkaar.

Door de lens van dit verhaal zie ik het feit dat ook op Roemeense bodem eeuwenlang hele migrantengemeenschappen hebben gewoond en zich daar aanpasten, als de definitie van succes. Het vermogen om iets van je eigen identiteit te behouden en de nieuwe cultuur te respecteren. Ik weet dat het vaag is, maar als je het vermogen hebt om je eigen persoonlijke waarden door te geven, die thuis worden opgedaan, denk ik dat je veel bijdraagt aan de gemeenschap waartoe je behoort. Ik breng succes soms ook in verband met het respect wat mensen met zich meedragen en je persoonlijk ook kunt hebben ten opzichte van andere culturen.

 

Heb je een bepaald lievelingsproject?

Ik zou graag meer vrijwilligerswerk willen doen, maar dat is lastig want mijn vrije tijd is beperkt. Ik was echter heel blij toen Matei Câlția mij uitnodigde om hem te helpen met de communicatiestrategie voor de tentoonstelling Obiecte Grăitoare [RO] (Sprekende voorwerpen, red.) van zijn vader, Ștefan Câlția [RO]. Ik voelde dat ik hem kon helpen met de tijd die ik heb. Ik heb geprobeerd om op afstand het team te coördineren, met wekelijks virtuele ontmoetingen. Ik denk dat het een mooi project heeft opgeleverd dat ook zichtbaar is op sociale media. Naast schilderijen bracht Stefan Câlția voor deze tentoonstelling ook voorwerpen uit zijn atelier die hij door de tijd heen heeft verzameld en elk voorwerp heeft een verhaal. Er is een boek waarin deze verhalen staan, er is een applicatie voor je smartphone – IziTravel [RO] – waarin de verhalen door Stefan Câlția zelf worden verteld. Als je die gaat beluisteren, je kunt ze in de auto of in de trein beluisteren via de fijne audio-opname, dan kom je erachter dat de verhalen deel uitmaken van de geschiedenis van onze grootouders, waarvoor zij wellicht de gave niet hadden om die te vertellen. Het is een terugkeer naar het verleden die ik heel erg fijn vond. Het boek Obiecte grăitoare [RO] is uitgegeven en gepubliceerd door uitgeverij Curtea Veche.

 

Hoe verhoud je je tot de Roemeense gemeenschap in Nederland?

De eerste nachten die ik in Nederland was, heb ik doorgebracht bij de nicht van mijn man, die in Eindhoven woont. Zo heb ik de Roemeense gemeenschap in Eindhoven leren kennen en binnen een jaar was ik zelfs bij een Roemeense picknick. Ik heb gezien hoe een Roemeense gemeenschap eruitziet, die gebaseerd is op veel gezamenlijke waarden en interesses. In Eindhoven is er echt zo’n gemeenschap en we voelden ons daar erg op ons gemak. Bogdan zei tegen mij: Kijk, dat zijn de Roemenen die ons in Roemenië ontbraken. Zeer open en gastvrije mensen die verschillende onderwerpen bespreekbaar maken.

We wonen nu in Haarlem. We vermijden de andere Roemenen niet, maar het advies wat we vaak van andere Roemenen krijgen, zowel hier als in andere landen, is om elkaar uit de weg te gaan. Ik vind dat geen juist advies. Ik vind het onnatuurlijk om de mensen die dezelfde taal als ik spreken, uit de weg te gaan. Een eerlijker advies wat ik aan iedereen zou geven, is om Roemeense vrienden uit te kiezen zoals je dat ook in Roemenië zou doen. Het feit dat je dezelfde nationaliteit hebt, is niet voldoende reden om een vriendschap aan te gaan. Je moet alleen voorzichtig zijn wanneer je je vrienden uitzoekt, dat is alles.

Ik moet zeggen dat ik nog geen gemeenschap zie, ik vind aardige mensen in Amsterdam en in Haarlem maar ik voel nog niet dat er een gemeenschap is.

 

Welk advies zou je geven aan een Roemeen die nu naar Nederland zou willen komen?

Het belangrijkste is denk ik dat je alleen gaat emigreren als je een baan hebt of, als je een idee hebt om zaken te doen, voldoende kapitaal hebt om te leven totdat de zaak op poten is gezet. Een andere tip zou zijn om nergens over te klagen, klaag in ieder geval niet in de eerste twee jaar, want je wordt gelijk aangemerkt als iemand wie niks bevalt, een ontevreden persoon. Je zult nooit een Nederlander horen zeggen in een gesprek met een zakenpartner: Mijn zaken gaan niet goed en ik weet niet meer wat ik moet doen. Meer tips voor Roemenen heb ik achtergelaten op het blog van Elena Ciric.

Interview door Claudia Marcu

Vertaling door Daniël Schenkeveld

fotos: Bogdan Bordeianu

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn