“Ik heb geleerd om me iedere dag te perfectioneren, maar ook om sneller te accepteren dat ik niet perfect kan zijn. …Ik heb geleerd om strategisch te zijn op de lange termijn. Toen ik in Roemenië was, had ik altijd korte termijn plannen, nu denk ik zelfs na over de volgende generatie.”
Camelia Adela Schrage-Simeoni is geboren in Dej, district Cluj. Ze is in Zalau naar de basisschool en naar het filologisch lyceum gegaan, waarna ze vanwege haar prestaties een studiebeurs kreeg en werd toegelaten aan de geschiedenis- en filosofie faculteit van de Babes-Bolyai Universiteit in Cluj. Tijdens de bachelor koos ze haar onderzoeksrichting, wat later ook het onderwerp van haar master en doctoraat werd. In 2011 ontving ze de titel Doctor in de Politicologie en Bestuurskunde van de Nationale School voor Politicologie en Bestuurskunde in Boekarest. Tijdens haar periode in Boekarest leerde ze Jacob Schrage kennen, die later haar man zou worden. In 2010 kwam ze in Nederland, een jaar later trouwde ze en kort daarna werd ze actief bij het bedrijf CASS De Gouden Smaak. Haar lievelings project is het opzetten van een krachtig concept – CASS De Gouden Smaak -, wat moet dienen als een sterke diplomatieke en politieke hefboom voor het promoten van Roemeense waarden. ‘Het is zwaar werk, maar tegelijkertijd bevat het veel mooie uitdagingen. Van iedere hindernis leer ik hoe sterk ik eigenlijk ben en hoeveel ik nog in de aanbieding heb’, zegt Camelia.

 

Hoe ben je in Nederland gekomen?

Nadat ik mijn master had afgerond – ik heb politicologie en bestuurskunde gestudeerd -, ben ik begonnen met mijn doctoraat in Boekarest. In diezelfde periode heb ik Jacob leren kennen, die voor een project van een Nederlands bedrijf naar Boekarest was gekomen. Op dat moment had ik een samenwerkingscontract met het ministerie van Landbouw.

In het begin waren we alleen maar vrienden, totdat we verliefd werden op elkaar en mijn verhuizing naar Nederland begonnen voor te bereiden. Daarom heb ik nadat ik naar Nederland kwam mijn doctoraat afgemaakt. Tussen haakjes: het onderwerp van mijn doctoraat was een vergelijking tussen de geheime diensten van Roemenië en Duitsland en dus moest ik veel heen en weer reizen tussen Berlijn en Boekarest, om in de archieven te duiken. Ik ben in 2010 in Nederland gekomen en heb in 2011 mijn diploma behaald.

2011 is ook het jaar waarin we getrouwd zijn, in Nederland. Als ik Jacob niet had leren kennen, had ik Nederland waarschijnlijk niet uitgekozen. We hebben een heel mooi liefdesverhaal.

Hier aangekomen, heb ik de basis gelegd voor een bedrijf dat enerzijds Roemeens wijnen promoot en verhandelt en anderzijds Roemeense culturele evenementen in Nederland steunt en organiseert. Ik heb een project bedacht dat niet direct winst oplevert, maar dat een lange termijn investering is in het imago van Roemenië. Als ik het niet af krijg, kunnen onze kinderen wellicht met het idee verder gaan. Ik wilde iets positiefs doen, omdat ik de negatieve reacties aan het adres van Roemenië en het hele Oostblok zat was. Het is mijn bedoeling om in ieder geval de manier waarop mensen tegen Roemenen aankijken, te veranderen. Een kleine bouwsteen voor een krachtig fundament.

Ik werk veel samen met Florin Negreanu (een muzikant, zijn verhaal is ook te lezen). We willen samen enkele culturele evenementen organiseren, waar we ook de Jidvei wijnen kunnen presenteren.

Ons bedrijf CASS De Gouden Smaak heeft natuurlijk goede en minder goede momenten gehad en dus hebben we geaccepteerd om samen te werken met de organisatie Beans & Grapes. Er zijn nu enkele bekende plekken in Groningen – cocktailbars en restaurants – waar Roemeense wijnen worden verhandelt. Het zijn klein stapjes maar hoe klein het ook is, ik ben blij met iedere stap.

Tijdens mijn stage die ik heb kunnen lopen bij de Roemeense ambassade in Den Haag, heb ik geprobeerd om importeurs van Roemeense wijnen bij elkaar te brengen. Het was goed dat we elkaar hebben kunnen leren kennen maar helaas is het ons niet gelukt om samen te werken. Dat vind ik heel jammer: wij Roemenen hebben helaas nog veel te leren als het gaat om teamwork. Concurrentie kan ook constructief zijn!

 

Ik weet dat je meer doet dan alleen het promoten van Roemeense wijnen.

Dat klopt. Vier of vijf jaar na de oprichting van het bedrijf, realiseerde ik dat ik meer wilde doen. Ik ging op zoek naar een baan, waar ik in een team kon werken en mezelf verder kon ontwikkelen. Zo ben ik bij een uitzendbureau in Emmeloord terechtgekomen (Martho Flexwerk). We werven veel werknemers uit Polen maar omdat ze mij ook in het team hebben, zijn we heel recent ook begonnen met werving in Roemenië. Het gaat vooral om werk in de landbouw, in de techniek en in de productie maar ook op andere gebieden. In tegenstelling tot Polen, is het aantal Roemenen vrij klein. Bovendien komen ze ook maar voor een paar maanden en gaan daarna terug naar Roemenië, ze zijn meer gehecht aan hun land. Er zijn te weinig mensen die ervoor kiezen om te blijven.

 

Wat heb je met betrekking tot Roemenen ontdekt sinds je bij dit uitzendbureau werkt?

Roemenen zouden hun arrogantie wat moeten laten varen en niet meer hier naartoe komen en denken dat ze alles weten. We moeten accepteren dat Nederland een meer ontwikkeld land is en dat ook wij van de Nederlanders kunnen leren, zonder te denken dat wij het beter weten.

 

Hoe was voor jou het begin in dit land?

Het was moeilijk. Toen ik hier kwam, dacht ik beslist niet dat alles rozengeur en maneschijn zou zijn, maar ik wist dat het goed zou komen. Ik was klaar met mijn studie en bovendien ben ik erg sterk en ambitieus. En toch is het heel anders dan wat je denkt aan te zullen treffen en waarop je je hebt voorbereid. Naar mijn mening, mist het integratieproces hier bepaalde elementen. Ik zou zeggen dat er een proces van internationalisering nodig is. De acceptatie van de andere kant is ook nodig. De taalcursussen zijn niet op academisch niveau, ik vind ze oppervlakkig en er zou ook aandacht geschonken moeten worden aan aspecten als politieke debatten, sociale contacten enzovoort.

Ik was niet verplicht om het integratieproces te doorlopen, maar ook al vond ik het niet leuk, heb ik het toch gedaan. Ik realiseerde heel snel dat het niet goed zou zijn als ik de taal niet leerde.

 

Waarom denk je dat het belangrijk is om de taal te leren van het land waarin je woont?

In de regio Groningen is het heel belangrijk. In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam kun je ook met Engels overleven. Maar het is hoe dan ook goed om de taal te kennen als je makkelijker wil communiceren en de mensen wilt begrijpen, dichter bij hen wilt komen, vrienden kunt maken en je je een deel gaat voelen van het land waar je naartoe verhuisd bent. Ik kan nu zeggen dat ik met beide benen in Nederland sta, meer dan ik me had voorgesteld. Ik blijf echter een nauwe band onderhouden met Roemenië en als ik Roemenië kan helpen, doe ik dat steeds met veel plezier.

 

Je zei dat het begin moeilijk was. Kun je een paar voorbeelden geven?

Ik ben heel sociaal en vriendelijk en heb mensen om me heen nodig. Ik kom uit Cluj maar heb in Boekarest gestudeerd en ik heb ongeacht de stad waarin ik woonde, overal vrienden gehad. Toen ik in Nederland kwam dacht ik automatisch dat de vrienden van mijn man ook vanzelf mijn vrienden zouden worden of als ik op een feestje met iemand telefoonnummers uitwissel, we ons hele leven contact zouden onderhouden. Dat is een grote fout voor een socioloog. Hier kun je iemand tegenkomen op een evenement, een geweldig gesprek hebben, en dat het tegelijkertijd het eerste en laatste gesprek is. Welnu, voor mij was dat een schok. Ik had tijd nodig om te begrijpen wat er gaande was.

Het duurt wat langer voordat je het vertrouwen van Nederlanders wint maar ik kan nu met trots zeggen dat ik goede Nederlandse vrienden heb, waar ik veel moeite voor heb gedaan. Om Nederlanders te leren kennen, heb ik scherm- en ballet cursussen gevolgd, ook heb ik saxofoonlessen gevolgd en mijn docent is nog steeds een goede vriend van mij.

 

Hoe voel je je in de maatschappij waarin je leeft?

Ik voel me niet volledig geaccepteerd, maar omdat ik een geweldige man heb, zie ik veel dingen door de vingers. Ik voel me steeds meer welkom, maar dat is alleen dankzij de moeite die ik daarvoor heb gedaan.

 

Waarom voel je je niet geaccepteerd?

Dat kan ik niet uitleggen, ik kan geen concreet voorbeeld geven. In de afgelopen jaren heb ik steeds geprobeerd om erachter te komen, om zo gezegd de vinger op de zere plek te leggen. Ik heb mezelf ook veranderd als persoon, ik was veel arroganter en trotser. Ik moet zeggen dat ik ook veel heb geleund op de Duitse maatschappij, waar je gerespecteerd wordt als je een geschoold iemand bent, de inspanning om te studeren wordt daar gewaardeerd. Toen ik hier kwam en zei dat ik een doctorstitel heb, werd mij vlot uitgelegd dat ‘we hier geen titels gebruiken’, wat ik niet fijn vond, want ik heb er hard voor gewerkt, een houding die waarschijnlijk te maken heeft met de manier waarop ik ben grootgebracht.

Maar nu stoor ik me niet meer aan die gelijkheid in de samenleving. Hier word je gerespecteerd als menselijk wezen en je wordt gewaardeerd voor alles wat je doet om jezelf te ontwikkelen.

 

Wat heb je van de Nederlanders geleerd?

Ik heb geleerd om me iedere dag te perfectioneren, maar ook om sneller te accepteren dat ik niet perfect kan zijn. Ik heb geleerd om goed prioriteiten te stellen, zodat ik niks te verliezen heb. Ik heb geleerd om strategisch te zijn op de lange termijn. Toen ik in Roemenië was, had ik altijd korte termijn plannen, nu denk ik zelfs na over de volgende generatie.

 

Je bent zowel in een zakelijke als institutionele omgeving actief. Kun je mij vertellen hoe de relaties op het werk zijn in Nederland?

Je hebt een grote baas, een directeur, maar de samenwerking vindt op gelijke voet plaats. Je kunt altijd alles vragen over het arbeidsproces, het maakt niet uit hoe kinderachtig of onvoorbereid de vraag is. Je hebt niet het gevoel dat je bang zou moeten zijn om vragen te stellen, integendeel, je kunt de baas door middel van vragen voor uitdagingen stellen.

Verder wordt hier echt gewerkt. Aan het eind van de week heb je echt het gevoel dat je gewerkt hebt. Om een vergelijking te maken: een ambtenaar wordt in Roemenië wellicht ook minder betaald maar hij is ook niet betrokken bij zijn werk. Ik wil niet generaliseren en zeggen dat het er in alle instituties zo aan toe gaat maar ik vergelijk alleen met de situaties waar ik bij betrokken was.

 

Wat betekent succes voor jou?

Ik ben succesvol als ik iemand kan helpen. Als ik door datgene wat ik doe iets verander, voel ik me zeer voldaan, het betekent dat ik iets bereikt heb. Het is een idee van succes dat steeds gevoed moet worden.

 

Waar zie je jezelf over tien jaar?

Ik wil niet dat er veel verandert. Het gaat nu goed met mij zoals ik ben, ik heb in de laatste jaren veel dingen geleerd en ik weet dat ik nog veel kan leren, vooral van mijn fouten. Ik zie mezelf wellicht met een grote familie, een grote vriendenkring en een sterker bedrijf.

 

Wat betekent een sterker bedrijf?

Over enkele jaren zou ik de wijnsoort Feteasca Neagra (Zwart Meisje) op de Nederlandse kaart willen zetten, zoals Pinot Noir of andere internationaal bekende soorten. Ik weet dat er een lange weg te gaan is en het niet makkelijk is. In de tussentijd zou ik graag Master of Wine willen worden. Dat is een lang proces, ik zit nu pas op het tweede niveau en ik heb nog tot het vierde niveau te gaan, wanneer het slotexamen is. Wereldwijd zijn er slechts 350 wijnmeesters, waarvan 150 Nederlanders die in verschillende landen woonachtig zijn.

 

 

Hoe verhoud je je tot de Roemeense gemeenschap in Nederland?

Toen ik die stage deed bij de ambassade, kwam ik meerdere malen in contact met Roemenen. De enige bijzondere band die ik daaraan heb overgehouden is met Andrea Teunissen (honorair consul), die via haar stichting culturele activiteiten houdt. Daarnaast heb ik een goede band met Florin Negreanu, die ik al eerder noemde. Verder heb ik heel weinig contacten. In Groningen zijn er veel studenten die komen en gaan. Er zijn weinig mensen die voor langere tijd komen. Misschien ook vanwege het feit dat ik in Groningen woon en de meesten in de Randstad wonen. Ook al zijn de afstanden voor mij niet belangrijk als er interessante evenementen zijn.

Ik weet niet of we een sterke gemeenschap hebben, er is nog werk aan de winkel.

 

Welk advies zou je geven aan een Roemeen die nu naar Nederland zou willen komen?

Kom niet zonder dat je zeker bent van een baan en begin niet pas met zoeken als je hier bent. Wees open, accepteer dat je wellicht niet de beste bent, begrijp dat je veel te leren hebt en probeer het imago van Roemenen in Nederland te veranderen. Ook is het belangrijk dat je niet vergeet waar je vandaan komt. Zo heb je een grotere kans om te integreren en nieuwe wortels te schieten.

 

 

 

Interview door Claudia Marcu

Vertaling door Daniël Schenkeveld

Portret foto: Cristian Călin –  www.cristiancalin.video

 

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn