Pompiliu Constantin

“”Fouten maken kan altijd gebeuren, ongeacht de levensfase waarin je verkeert. Klimmen is moeilijk en je glijdt snel uit.””
Pompiliu Constantin werd geboren in Moreni, Romenië, maar hij woonde meer dan 15 jaar in Constanta aan de Zwarte Zeekust. Daar startte hij een bedrijf in thermische en sanitaire installaties. In 2002 stortte zich in ‘het avontuur’ in Nederland. Na drie extreem moeilijke jaren, kreeg Pompiliu het gevoel dat hij uiteindelijk zijn plek had gevonden in de Nederlandse samenleving. „Ik heb van geen van de beslissingen spijt die ik in deze jaren heb genomen. Zelfs die eerste drie jaar aan het begin, hoe moeilijk ze ook waren, hebben mij wel geholpen. De ervaring die ik toen heb opgedaan, heeft mij heel veel geholpen. Ik oefen nu niet slechts één beroep uit, maar vier of vijf, en ik doe het goed. Ik ben heel tevreden hier met mijn renovatie- en constructiebedrijf, dat ik sinds 2010 heb”, zegt Pompiliu in het interview voor „Nieuwe Wortels/Noi Rădăcini”

Hoe ben je in Nederland gekomen?

Ik ben hier zestien jaar geleden gekomen, ik herinner het me als de dag van gisteren, het was 2 september 2002. Ik was hier met de bus naartoe gereisd. Het was nacht toen ik aankwam, ik was niet alleen, we waren met z’n drieën en we gingen direct naar ons werk. De persoon in kwestie was echter niet op de ontmoetingsplek en omdat ik geen telefoonnummer van hem had, moest ik naar Roemenië bellen om het nummer te achterhalen. Ik was de enige van ons groepje die Engels sprak. We kwamen aan op station Amsterdam-Amstel en ik schrok een beetje toen ik die verzameling mensen zag, sommige kwamen, andere gingen. Bij ons zag je zo iets niet. Ik kocht een simkaart en probeerde het nummer in te toetsen, maar er werkte iets niet. Toen kwam er iemand naar mij toe, ik denk van Indiase oorsprong, en hij liet mij zien hoe ik het moest doen. Hij hielp mij zonder dat ik erom had gevraagd.

De reden voor mijn vertrek uit Roemenië? Ik kwam om te werken. Ik heb vele jaren in Constanța gewoond en mijn buurman, die ik alleen maar gedag zei, had een sanitaire loodgieter nodig in Nederland. Ik had in die tijd een loodgietersbedrijf. Hij vertelde mij dat het niet heel goed betaald werd, maar dat de reis betaald werd en dat we zakgeld nodig hadden om de grens over te kunnen steken. Er was in die tijd nog een voorwaarde voor de Roemeense toerist: je moest 500 euro op zak hebben om aan te tonen dat je drie maanden lang in je eigen onderhoud kon voorzien, want zolang mocht je blijven als toerist. En zo ben ik in Amsterdam gekomen.

Ik ben de enige van die drie die het ‘overleefd’ heeft. En je zult straks gelijk begrijpen waarom ik ‘overleefd’ zeg. Het plan van degene die ons hiernaartoe stuurde was om ons ook naar Duitsland te sturen, naar Berlijn, waar hij een hotel had dat gerenoveerd werd. Hij heeft trouwens zo’n vijf hotels, waarvan drie in Amsterdam. En hij stuurde ons daar naartoe en ik kwam daar 15 andere Roemenen tegen, van wie de meesten ook uit Constanța kwamen. De omstandigheden waren daar erg zwaar. Het hotel leek meer op een spookhuis, zonder licht, zonder bedden, douches en zelfs zonder wc’s. Wij moesten zelf alles inbouwen, na een dag gereisd te hebben. Ik denk dat we er niet langer dan een maand zijn gebleven, en ik vertel je ook waarom. Op een dag gingen we wandelen in de stad,  we waren met z’n vieren. Toen we terugkwamen, stonden er enkele politieauto’s bij de poort van het hotel, dus het was duidelijk dat we daar niet legaal werkten. Op de een of andere manier slaagden we erin om via een achterdeur het hotel binnen te komen, onze spullen te pakken en weer de straat op te gaan tot de volgende morgen, toen we besloten om weer terug te gaan naar Nederland.

 

Hoe was dat begin in Nederland?

Het was heel erg zwaar. Uiteindelijk moest ik vertrekken bij mijn baas, die een erg goede zakenman was, maar ons nooit op tijd betaalde. Ik heb ontdekt welke truc hij gebruikte. Iedere maand betaalde hij ons enkele dagen later dan zou  moeten. Deze maand betaalt hij je bijvoorbeeld op de eerste dag van de maand, de volgende maand op de vijfde dag, de derde maand op de tiende dag en zo verder. Op die manier werkten wij twee maanden per jaar gratis voor hem. En die listigheid ontdekte ik. Niemand van mijn collega’s geloofde mij, ook al legde ik het ze logisch uit. Ik heb zelfs een stevige ruzie met ze gehad. Slechts één van hen stond achter mij, een jongen uit Constanța en samen confronteerden wij onze baas hiermee. Hij was verrast en hij vroeg mij hoe ik hier achter was gekomen, hoe ik dit ontdekt had. Het lukte ons om ervoor te zorgen dat hij ons ook die dagen betaalde die hij in feite van ons stal. Hij beloofde toen dat het niet meer zou gebeuren maar hij hield zijn woord niet. Maar ik moet zeggen dat we wel hele goede woonomstandigheden hadden. Na bijna drie jaar zijn we bij hem weggegaan, toen het ons lukte om ook ander werk te vinden naast dat contract en we gingen toen zelfstandig werken. Zo begonnen we contact op te nemen met mensen buiten onze groep, onze bubbel. En nu ben ik bevriend met die eerste persoon die mij hielp om zelfstandig te worden.

De eerste drie jaar waren het ergste, kan ik wel zeggen. Het was zo zwaar, dat ik besloot om naar Roemenië terug te gaan. Ik miste mijn gezin te veel, vooral mijn kinderen, die achtergebleven waren in Roemenië. Ik moet zeggen dat ik voor die terugkeer naar Roemenië, voor een Nederlander gewerkt heb die een coffeeshop had, ik had een keuken voor hem gemaakt. Zijn broer Ramon, een heel correcte man, kwam voor mij op bij zijn broer. Ramon zei tegen mij: Pompi, als je naar Nederland wil terugkomen, kun je gratis bij mij verblijven. Zo ben ik naar Roemenië teruggegaan en heb geprobeerd om daar iets op te bouwen. Maar hoewel er veel veranderd was in Roemenië in die drie jaar dat ik er niet was, voelde het voor mij niet als een verbetering. Daarom ben ik naar Nederland teruggegaan, direct naar Ramon, die zich aan zijn woord hield en mij bij hem opnam.

Ik herinner me dat ik in die periode, voor de terugkeer naar Roemenië, een Roemeens gezin ontmoette op het Damplein in Amsterdam. Twee jonge mensen die naar het onbekende waren gekomen, onvoorbereid en alleen met het geld van de bruiloft op zak. Ze kwamen allebei uit Transsylvanië en zochten werk. Na meerdere zondagen waarop we elkaar ontmoetten, vertelde hij me dat hij werk had gevonden, hij moest gips aanbrengen maar hij wist niet hoe hij dat moest doen. Ik heb het hem geleerd en zelfs het benodigde gereedschap gegeven. Ik heb contact met hen gehouden en toen ik terugkwam naar Nederland heeft hij mij op zijn beurt geholpen om werk te vinden. En vanaf toen veranderde alles, alles begon goed te gaan. Om een voorbeeld te geven, heb ik momenteel de sleutels van dertien woningen, die de eigenaars mij hebben gegeven met de gedachte dat als er iets kapot zou gaan, een leiding, een kraan, enzovoort, ik direct toegang zou hebben tot de woning. Ik ben, zo je wilt, een betrouwbare man.

 

Hoe kijk je aan tegen al deze jaren?

Ik heb van geen van de beslissingen spijt die ik in deze jaren heb genomen. Zelfs die eerste drie jaar aan het begin, hoe moeilijk ze ook waren, hebben mij wel geholpen. De ervaring die ik toen heb opgedaan, heeft mij heel veel geholpen. Ik oefen nu niet slechts één beroep uit, maar vier of vijf, en ik doe het goed. Ik ben heel tevreden hier met mijn renovatie- en constructiebedrijf, dat ik sinds 2010 heb.

Op persoonlijk niveau is de situatie veranderd. De kinderen zijn groot geworden en een afstandsrelatie houdt beslist geen stand en daarom ben ik gescheiden. Mijn zoon Bogdan woont hier bij mij en we werken samen. Ook voetbalt hij en hij was zelfs een kleine held in zijn team Swift Amsterdam waarin hij doelman is. Het team, dat niet in de eerste klasse speelt, speelde om de Nederlands beker tegen een ander team van Europees formaat, SBV Vitesse uit Arnhem. Bogdan hield een penalty tegen, waardoor zijn team de overwinning behaalde en naar de volgende ronde ging. Hij was de held van het team maar het verhaal ging nog verder met een wedstrijd tegen Feyenoord. Ze verloren die wedstrijd maar het mooie was dat de fans van Feyenoord, ook wel hooligans genoemd, je weet hoe die zijn, zijn handtekening vroegen, zijn shirt en zijn handschoenen. Ook de trainer feliciteerde hem persoonlijk omdat hij voor een team uit een lagere klasse voor een hele mooie wedstrijd had gezorgd. En hij ging gelijk de clubgeschiedenis in als de beste keeper in de meer dan 100-jarige geschiedenis van de club.

Ik ben ook heel trots op mijn dochter, Oana Corina Constantin. Ze is een beroemde gymnaste, die deel heeft genomen en prijzen heeft gewonnen in verschillende competities, waaronder ook Europese- en wereldkampioenschappen. Momenteel traint ze samen met haar vriend een groep artistieke gymnasten in Göteborg, Zweden.

 

 

Wat vind je fijn aan de maatschappij waarin je leeft?

Poeh, ik vind zoveel dingen fijn! Nederlanders zijn hele open mensen. Ik vind het heel prettig dat ze je aankijken als ze met je praten. Ze zeggen je ronduit wat ze te zeggen hebben. Voor een Nederlander maakt het niet uit waar je vandaan komt, wat telt is wat je doet. Als je een Nederlander voor de eerste keer ontmoet, is de eerste vraag niet: Waar kom je vandaan? Maar: Wat doe je voor werk? Voor hen is het belangrijk om actief te zijn en iets te doen, het maakt niet uit wat. Thuisblijven wordt niet aangemoedigd. Ze zorgen voor de openbare ruimte, maar ook voor hun huizen. Ze onderhouden ze goed en laten ze niet verwaarlozen. Je ziet zelden een huis dat niet goed is onderhouden. Ze zijn heel bescheiden. Ik vertelde een paar vrienden dat in Amsterdam degenen in pak taxichauffeurs zijn. Ik keek op een dag rond in de bus en er was een professor die zo eenvoudig gekleed was, zo bescheiden. Wat kan er mooier zijn dan dat? In deze maatschappij voel je je gelijk.

Maar er zijn ook aspecten die ik niet prettig vind, bijvoorbeeld dat ze eigenwijs zijn. Als ik hen op mijn werk zeg dat iets anders zou moeten dan zij willen, houden ze vast aan hun ideeën en erkennen ze ook niet dat ik gelijk heb als ze later bij mij komen en mij vragen om precies datgene te doen wat ik ze had aangeraden, misschien een jaar daarvoor. Dat is zeker een aspect dat te maken heeft met hun persoonlijkheid. Dat denk ik.

 

Bevindt Roemenië zich ook in jouw toekomstplannen?

Ik houd heel erg veel van mijn land. Het is het land waar ik opgegroeid ben en waar ik me heb laten onderwijzen. Ondanks al deze dingen zou ik niet in Roemenië begraven willen worden. Dat is mijn manier om te protesteren tegen datgene wat er in Roemenië gebeurt.

 

Wat betekent succes voor jou?

Volgens mijn definitie zit succes in de kleine dingen. Voor mij is succes niet iets materieels, mijn doelen zijn nooit financieel van aard geweest. Als ik ’s avonds als ik terugkom van mijn werk tevreden ben omdat ik alles heb gedaan wat ik die dag te doen had, is dat voor mij een succes. Hetzelfde geldt als degene voor wie je werkt tevreden is.

 

Hoe verhoud je je tot de Roemeense gemeenschap in Nederland?

Ik sta nog steeds dicht bij de Roemenen, ik werk zelfs met hen. Ik werk nu bijvoorbeeld samen met vijf broers uit Botoșani. Eén van hen is diaken, over een tijdje wordt hij priester in de Russische kerk, want hij spreekt ook Russisch. Door de jaren heen heb ik gezien dat er steeds meer mensen hiernaartoe zijn gekomen. Ik ben mensen tegengekomen die heel goed geïntegreerd waren. Aan de andere kant moet ik zeggen dat er Roemenen en Roemenen zijn. Ik heb van sommigen ook veel last gehad.

 

Welk advies zou je geven aan een Roemeen die nu naar Nederland zou willen komen?

Roemenen voelen zich soms belangrijker dan ze eigenlijk zijn. Veel Roemenen komen hier met de gedachte dat alles hier gaat zoals ze willen en dat ze onvervangbaar zijn. Herinneren jullie je dat Ceausescu tegen ons zei dat ARO de beste terreinwagen was? (ARO staat voor Auto Roemenië, een Roemeens automerk). Nu hebben we ‘het mooiste land ter wereld’, ‘het grootste parlementspaleis’ en ga zo maar door. Als Roemenië voorkomt in een documentaire van National Geographic, betekent dat niet dat het het mooiste land ter wereld is.

Mijn advies voor degene die hiernaartoe wil komen is: laat dat allemaal achter je, wees bescheiden en denk niet dat je boven de anderen staat. Fouten maken kan altijd gebeuren, ongeacht de levensfase waarin je verkeert. Klimmen is moeilijk en je glijdt snel uit.

 

 

Interview door Claudia Marcu

Vertaling door Daniël Schenkeveld

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn