Larisa Melinceanu

“”… Ik moet zeggen dat ik me na bijna negen jaar nog niet thuis voel, maar het gaat wel steeds beter. Via mijn werk heb ik regelmatig contact met de Nederlandse maatschappelijke structuren en ik heb het gevoel dat ik ze steeds beter begin te kennen.” “
Larisa Melinceanu studeerde af als sociologe aan de Universiteit van Boekarest, in Roemenië. Toeval deed haar besluiten in 2009 naar Nederland te verhuizen en sindsdien is haar leven compleet veranderd. Na een moeilijke start, bekommert Larisa zich tegenwoordig om mensen die op straat eindigen, in het bijzonder Roemenen die zich in Nederland in moeilijke omstandigheden bevinden. „ …. mijn komst naar Nederland geen emotionele beslissing was heb ik nog een nostalgisch gevoel over Roemenië, maar nu voel ik dat ik door mijn activiteiten voor Barka, me weer kan verbinden met de plek waar ik gevormd en opgegroeid ben. Misschien klinkt het cliché, maar in mijn hart waart nog steeds een gevoel van gemis. Daarom bevalt het mij om via dit project met Roemenen te kunnen werken”, vertelt Larisa over haar activiteiten bij de Barka Stichting. http://www.barkanl.org/

Wat heeft jou in Nederland gebracht?

 

Het was geen goed voorbereid plan, het was zelfs niet erg rationeel denk ik, nu ik terugkijk. In 2009 kwam ik in Den Haag met een dreumes van vijf jaar aan de hand en een baby van drie maanden in de armen. Ik kwam naar mijn man, die hier een paar maanden eerder aangekomen was om een broer te helpen met het goede verloop van een bouwproject, waarna ook andere projecten volgden. Toen we hier eenmaal aangekomen waren gingen we, zonder per se aan een lange termijn toekomst in Nederland te denken, wel op zoek naar eventuele mogelijkheden om in de maatschappij die we hier vonden vaste grond te vinden.

Ik ben geboren in een mooi stadje in de bergen, Vatra Dornei, waaruit ik nooit definitief zou vertrekken, dacht ik. Zeker omdat ik in mijn familie geen voorbeelden had van mensen die geëmigreerd zijn. De ligging van de plek maakt het stadje tot centrale plaats, aan alle kanten omgeven en afgedekt door bergen, wat bij mij waarschijnlijk een gevoel heeft ontwikkeld van comfort in de buurt van beschermende grenzen. En hoewel ik me in mijn jeugd wel eens afvroeg wat er aan de andere kant van de bergen zou zijn, heb ik nooit gedacht dat ik ooit buiten Roemenië zou wonen.

 

Hoe was het begin?

Ik wist vanaf het begin dat ik niet direct in een georganiseerd systeem zou kunnen werken omdat ik mijn handen vol had zo te zeggen. Naast het opvoeden van de kinderen, hield ik me thuis ook bezig met de administratie. Eerst met het verkrijgen van de nodige documenten voor ons verblijf, want in die tijd had je een verblijfsvergunning nodig. Daarna met het vinden van een school voor onze oudste zoon, je gaat hier vanaf 4 jaar naar school. Ook moest ik een ziektekostenverzekering afsluiten, de erkenning van mijn diploma regelen (in Roemenië heb ik sociologie gestudeerd aan de Universiteit van Boekarest), de basisboekhouding van de economische activiteiten van mijn man, die onder de regels valt van zelfstandigen. Terwijl ik daar allemaal druk mee was, begon ik te voelen hoe belangrijk het was om de Nederlandse taal te kennen, hoewel iedereen zich hier in het begin gemakkelijk in het Engels kan redden.

Die hele periode dat we ons verblijf in Nederland probeerden te stabiliseren, heeft me in contact gebracht met de nieuwe cultuur. Elke dag leerde ik iets nieuws: de sociale afstand is in het algemeen groter, de sociale glimlach, de manier van gedag zeggen en het belang van punctualiteit. Het was niet erg makkelijk. Echter, de positieve houding die je krijgt van het feit dat je zo niet voor jezelf, toch in ieder geval moet slagen voor de kinderen, heeft ons de nodige energie gegeven om door te gaan zonder al te veel aan de volgende stap te denken.

Ik heb vrij snel geleerd dat je kansen in Nederland exponentieel groeien als je begint met vrijwilligersactiviteiten. Ik heb me aan die trend aangepast en heb een voorbereidingscursus gevolgd: Op weg naar vrijwilligerswerk. Ik ben met vrijwilligerswerk begonnen in het kader van verschillende projecten voor vluchtelingen die georganiseerd werden door de gemeente Den Haag. Ik werkte samen met een klein team uit de gemeente, dat probeerde om informatie te brengen in bepaalde wijken waar veel vluchtelingen woonden. Het was informatie over de eventuele gevaren van te drukke woonomstandigheden. Voor een ander vrijwilligersproject had één van de organisaties die verantwoordelijk is voor het handhaven van de openbare orde tolken nodig die de communicatie met Oost-Europeanen konden faciliteren. En de Roemenen werden een steeds belangrijkere groep.

Ik heb mijn vrijwilligersactiviteiten voortgezet voor een stichting die projecten heeft ter ondersteuning van het integratieproces van Oost-Europeanen. Van daaruit ben ik uiteindelijk de Stichting Barka tegengekomen, waar ik sindsdien bij gebleven ben als werkneemster. Stichting Barka is oorspronkelijk Pools en is in 1989 opgericht in de periode van de herfst der volken, ontstaan als antwoord op de toenemende maatschappelijke problemen in die tijd van transformatie, waarin veel mensen hun plek niet konden vinden in de nieuwe sociaaleconomische omstandigheden. De Stichting Barka verspreidde zich onder het franchise model gedurende de afgelopen 29 jaar in veel regio’s in Polen en ook buiten de Poolse grenzen: in Engeland, Ierland, Nederland, België, Canada, IJsland. Over het algemeen in landen waar de behoefte gevoeld werd aan steun voor Polen van wie het emigratieproces mislukt was of op moeilijkheden stuitte.

 

Bevinden zich ook Roemenen onder deze ‘kwetsbare mensen’?

Ja, die zijn er. Na de Polen, zijn de Roemenen die zich in een kwetsbare positie bevinden, de grootste groep.

 

Bevalt het je om maatschappelijk bezig te zijn?

Jazeker. Zonder een zekere emotionele beschikbaarheid heeft het geen zin om in zo’n omgeving te werken. In de eerste plaats omdat kwetsbare mensen in het algemeen een sterke non-verbale communicatievaardigheid hebben en ze jou aanvoelen. Het hele proces kan mislukken als je niet de noodzakelijke houding hebt en als je zelf niet gelooft dat die persoon uit de impasse kan komen. Daarnaast heb je ook een zeer bevredigend gevoel als je voelt dat je iemand op de goede weg hebt geholpen, die anders op een tragische wijze geëindigd had kunnen zijn.

 

Kan jouw samenwerking met Stichting Barka gezien worden als het project waar jij helemaal voor gaat?

Jazeker! In de eerste plaats omdat mijn komst naar Nederland geen emotionele beslissing was heb ik nog een nostalgisch gevoel over Roemenië, maar nu voel ik dat ik door mijn activiteiten voor Barka, me weer kan verbinden met de plek waar ik gevormd en opgegroeid ben. Misschien klinkt het cliché, maar in mijn hart waart nog steeds een gevoel van gemis. Daarom bevalt het mij om via dit project met Roemenen te kunnen werken.

Daarnaast is ook de onverwachte ontmoeting met de Polen (ik heb 24 Poolse collega’s) verrassend mooi. Sinds ik met hen werk, ontdek ik veel eigenheden van hun cultuur: het is een warm volk, gastvrij en hun kunst heeft een bepaalde sensitiviteit die wij Roemenen ook kennen, omdat we te maken hebben met vergelijkbare nationale trauma’s. Ik houd van het verhaal achter het project, hoe het idee geboren is in de maatschappij om zich aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid van na de revolutie.

 

 

Je werkt met Roemenen in een Poolse structuur, maar alles speelt zich af in Nederland. Kom je dichter bij deze maatschappij en bij haar structuur?

Ik moet zeggen dat ik me na bijna negen jaar nog niet thuis voel, maar het gaat wel steeds beter. Via mijn werk heb ik regelmatig contact met de Nederlandse maatschappelijke structuren en ik heb het gevoel dat ik ze steeds beter begin te kennen. Ik zie dat ik geleerd heb hoe te communiceren in verschillende situaties, dat ik de taal van bepaalde instituties heb leren kennen, vooral op maatschappelijk gebied. En dat helpt mij in de werkrelaties ten gunste van de mensen voor wie we werken. En op informeel niveau voel ik me steeds meer op mijn gemak in de relaties met de buren en met de ouders van de kinderen op school. Toch is er altijd een bepaalde emotionele terughoudendheid.

 

Waarom voel je je nog steeds niet thuis?

Ik denk vanwege het feit dat ik hier laat ben gekomen, toen ik 26 was. Mijn diepste ervaringen hebben elders plaatsgevonden, op andere plekken, met andere mensen, altijd in Roemenië. Daarnaast is de snelheid en het ritme waarmee alles hier verloopt anders dan waar ik vandaan kom, in Vatra Dornei, waar de dynamiek van het dagelijks leven langzamer was, zelfs langzamer dan in Boekarest, waar iedereen, hoe druk hij het ook heeft, wel tijd nam om met de buren te praten, om een voorbeeld te noemen. Die extreme organisatie, die over het algemeen een aanwinst is, kan een belemmering zijn voor de ontwikkeling van intermenselijke relaties. Ik bedoel hiermee onder andere het feit dat zelfs informele bezoeken gepland moeten worden.

 

Maar wat bevalt je hier dan toch?

Ik houd erg van de relaties van volwassenen met kinderen, die veel opener zijn dan in Roemenië, veel vriendelijker en meer betrokken. Op school is de sfeer veel ontspannener dan in Roemenië. Kinderen worden aangemoedigd om zich vrij te uiten, om vertrouwen te hebben in hun ideeën en zich niet te verkrampen in rigide protocollen.

Daarnaast houd ik van de sfeer op zaterdagmorgen, als ieder gezin met kinderen zich van en naar de sportactiviteiten van de kinderen begeeft. Voor jongens is voetbal verreweg het meest populair en voor meisjes hockey op gras. In de wijk waar ik woon zijn vier van die sportclubs. Mijn oudste zoon speelt voetbal en dus zijn wij ook opgenomen in die wereld. De ouders zijn erg betrokken, de wedstrijden vinden altijd op zaterdag plaats en door de weeks zijn twee trainingen. De ouders steunen hun kinderen enthousiast, op het fanatieke af. Ze zijn allemaal op de hoogte van de stand in het klassement, amateur wel te verstaan, maar het is erg goed georganiseerd. Bovendien zetten de ouders zich in voor een goede band tussen de teamleden door teamuitjes te organiseren. De dynamiek die daar ontstaat is fascinerend.

Iets anders wat ik erg fijn vind is de vrijheid om je te bewegen en het feit dat fietsen wordt gefaciliteerd. Er zijn overal veilige fietspaden, breed en duidelijk gemarkeerd. Met dezelfde kaart voor openbaar vervoer reis je lange afstanden afwisselend met de bus, de tram, de metro, de trein en met de fiets, die je gemakkelijk kan huren op het station. Vaak is de fiets een betere optie dan de auto, zeker in de stad.

Wat betekent het idee van succes voor jou?

Ik denk dat ik voor de eerste keer te maken kreeg met het idee van succes toen ik 5 of 6 jaar oud was, toen ik naar buiten begon te gaan langs de bakker, vroegen mensen mij soms van wie ik er eentje was, niemand slaagde erin om mijn ouders te identificeren. Verder zoekend, herkenden ze wel mijn opa, die de baas was van het kledingatelier van Vatra Dornei. Ik herinner me het gevoel nog steeds, later ontdekte ik dat het een gevoel van trots was, toen ik zag hoe de gezichtsuitdrukkingen en de toon van de stem veranderden van degenen die de naam van mijn opa hoorden. Die reactie van mensen zorgde ervoor dat ik me een tijd lang direct voorstelde als de kleindochter van Ion Cojocaru. Dus mijn eerste definitie en eigenlijk mijn eerste succes had te maken met het aantal personen die positief reageerden en iemands naam herkenden.

Toen ik later de eerste ontevreden klant van mijn opa zag, kwam ik erachter hoe betrekkelijk succes is, maar ook dat zijn succes niet te danken was aan zijn status als baas van het atelier, maar aan de kwaliteit van zijn werk, waarvoor hij zich moest inspannen om die op niveau te houden.

Toen ik nog later de eerste kritiek van mijn oma aan het adres van mijn opa hoorde, kwam ik erachter dat als iemand succes heeft op een bepaald gebied, hij niet per se overal goed in is.

En tenslotte, toen ik mijn oma mijn opa hoorde prijzen in het bijzijn van één van zijn klanten, wat betreft zijn kwaliteiten in zijn werk, zag ik niet alleen dat mijn opa zeer capabel was op dat gebied, als mijn oma dat ook zegt, maar ik paste ook mij idee van succes aan: het aantal personen, in het bijzonder diegenen wiens mening het belangrijkste voor je zijn, die jouw prestaties en jouw kwaliteiten op een bepaald gebied erkennen en waarderen.

Toch is mijn indruk dat we in Roemenië, vergeleken met Nederlanders, veel strenger zijn als het gaat om succes. In die zin dat er in Roemenië van iemand verwacht wordt dat hij op alle gebieden succes heeft: opleiding, carrière, gezin, terwijl de drempel voor succes hier lager is dan de drempel die in Roemenië opgeworpen wordt. Hier zijn bijvoorbeeld niet veel mensen die koste wat het kost een doctoraat willen doen, zoals in Roemenië wel gebeurt, zodat ze weten dat ze het hele onderwijssysteem doorlopen hebben, ook al gaan ze niet per se door met een carrière in het onderzoek. Nederlanders vinden altijd een manier om zichzelf van waarde te maken door andere manieren dan hun opleiding: het stichten en onderhouden van een mooi gezin, vrijwilligersactiviteiten, zonder zich te schamen voor een gebrek aan een goede opleiding, zoals in Roemenië wel gebeurt.

Voor mij persoonlijk heeft succes nog een nieuwe dimensie gekregen met de geboorte van mijn kinderen. Naast het feit dat ik een positieve invloed kan hebben op een zo groot mogelijk aantal personen, betekent succes erin slagen om mijn kinderen te motiveren om grote idealen te hebben en om hen in de eerste plaats trots op mij te laten zijn.

 

Hoe verhoud je je tot de Roemeense gemeenschap in Nederland?

De laatste tijd voel ik steeds meer dat ik deel uitmaak van een gemeenschap en dat vind ik fijn, ik heb daar behoefte aan. Evenementen georganiseerd door de Roemeense ambassade, de Stichting Roemenen voor Roemenen in Nederland of de Roemeense school in Den Haag zorgen er de laatste jaren voor dat we bij elkaar komen en steeds meer een eenheid vormen, zo heb ik ook van anderen Roemenen begrepen die zich hier gevestigd hebben. Ik heb voortdurend contact met Roemenen, dankzij mijn activiteiten voor Stichting Barka, maar dat is een ander soort ontmoeting.

 

Welke tip zou je geven aan een Roemeen die uit Roemenië zou willen vertrekken en naar Nederland wil komen?

Mijn tip zou zijn om voorbereid te komen, het veiligste is met een arbeidscontract, om zich voor het vertrek te laten informeren, van de administratieve regels tot de en met de regels voor autorijden in Nederland. Erg nuttig hiervoor is de brochure Nieuw in Nederland, opgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik zou aanbevelen om een minimale kennis te hebben van het Engels, dat is een doorslaggevende factor om te slagen, een minimum kennis van het Nederlands zou ideaal zijn. Wees goed voorbereid, want het zal niet makkelijk zijn, maar met een blijvende inzet is het mogelijk. En sluit de fietscultuur in je armen!

 

Interview door Claudia Marcu 

Vertaling door Daniël Schenkeveld

Portret foto: Cristian Călin –  www.cristiancalin.video

Facebook
Google+
Twitter
LinkedIn