Hoe ben je in Nederland gekomen?
Ik ben hier vijftien jaar geleden gekomen, in 2002, op uitnodiging van mijn toekomstige man. Ik had toen geen idee wat Nederland inhield. Met andere woorden, de liefde voor mijn man heeft mij hierheen gebracht, ook al had mijn man tegen mij gezegd dat hij naar Roemenië zou verhuizen als ik het hier niet naar mijn zin zou hebben. Maar ik had het naar mijn zin en daarom zijn we hier gebleven. Het was mijn eigen beslissing.
Hoe was het begin?
Er komen twee woorden bij me naar boven: hartzeer en extase. Het ging op en neer. Voordat ik uit Roemenië vertrok, had ik een goede baan bij een internationaal bedrijf in hartje Boekarest. Ik kwam in het onbekende, in een stadje op het platteland, waar ik niks had en behalve mijn man niemand kende. Maar ik wist dat het een tijd zou duren voordat ik mijn weg zou vinden in dit land. Ik heb het natuurlijk over mijn professionele loopbaan. Daarom was ik ook niet bang. Ik toonde initiatief en begon deel te nemen aan allerlei culturele activiteiten en vrijwilligerswerk.
In de eerste plaats was het moeilijk omdat ik de Nederlandse maatschappij niet kende. Totdat ik de sleutel in handen kreeg om de deur te openen. Dat wil zeggen dat ik elke hinderpaal weg heb genomen, waaronder ook het Engels spreken. Drie jaar lang heb ik alleen maar Engels gesproken, ik vertikte het zelfs om Nederlands te spreken, ook al volgde ik speciale cursussen. Ik vond dat mijn taalniveau niet hoog genoeg was en daarom weigerde ik om Nederlands te spreken. Een vriendin uit Colombia bracht mij terug naar de realiteit: ‘Elena, hou op met stressen! Zij zouden blij moeten zijn dat wij die moeilijke taal spreken. Je mag best fouten maken’. Vanaf dat moment besloot ik om Nederlands te spreken, natuurlijk met een accent, dat volgens veel mensen leek op een Belgisch accent.
De taal was voor mij de sleutel tot het hart van de Nederlandse maatschappij. Ik denk dat het heel belangrijk is dat degenen die hier komen die stap zetten om de taal te leren. Je begrijpt de onderliggende dingen beter, je begrijpt de mentaliteit, je kunt het nieuws lezen, het nieuws volgen op de televisie en weten wat er in het land gebeurt. Ik heb in die periode ook Nederlandse fora gelezen om te zien hoe Nederlanders onder elkaar praten. Op school gaven ze ons een advies wat ik in het begin kinderachtig vond: we moesten naar een Nederlandse serie kijken, Goede tijden, slechte tijden. Ik heb het advies niet opgevolgd omdat ik niet van zulke series houd, maar ik besloot een andere methode te hanteren: ik probeerde zoveel mogelijk in contact te komen met Nederlanders. Ik heb veel vrijwilligerswerk gedaan en ik heb twee jaar voor een organisatie gewerkt die vrouwen helpt die misbruikt zijn. Daarna heb ik ook voor het bedrijf van mijn man gewerkt en zo ben in contact gekomen met Nederlandse klanten. Ik begon de taal te spreken, ook met mijn man en met ons eerste kind, dus ik gebruikte de taal op alle fronten.
Wat vond je makkelijk?
Ik houd heel veel van kunst, ik heb op het Nicolae Tonitza Lyceum in Boekarest gezeten, en van architectuur, oude steden en geschiedenis, dus ik vond Nederland daar heel goed bij passen. Voor mij is dit land net een poppenhuis, waarin ik graag woon en ook al heb ik een bepaalde kamer al gezien, ga ik hem zeker nog een keer bekijken. Ik houd erg van de Nederlandse landschappen en zo heb ik de indruk dat Nederland net een schilderij is. Ik herinner me hoe ik, vooral in het eerste jaar, zoveel mogelijk gebruik maakte van iedere vrije dag. Samen met mijn man heb ik bijna het hele land doorgetrokken, ik kan zeggen dat ik alle 12 provincies gezien heb.
Met andere woorden, je voelt je goed hier.
Jazeker. Ik voel me goed omdat ik me heel vrij voel. Het is een plek waar ik voel dat ik gekomen ben om te doen wat ik leuk vind. Je kunt de American Dream verwezenlijken, ook is Nederland Amerika niet. Ik bedoel dat je kunt doen wat je wilt en wanneer je wilt en daarbij risico’s kunt nemen. Het is een plek waar mijn creativiteit tot bloei komt.
Wat heb je van de Nederlanders geleerd?
Ik heb behoorlijk veel geleerd. Ik ben gegroeid en volwassen geworden. Totdat ik naar Nederland kwam was ik een vrij impulsief persoon, zelfs wat onbeschaafd. Hier heb ik geleerd wat het betekent om in balans te zijn, ik heb geleerd om soms minder heftig te reageren. Ik heb van hen de uitdrukking zand erover geleerd, dus om sommige onprettige gebeurtenissen of situaties makkelijk achter je te laten.
Ik heb ook geleerd om vasthoudend te zijn. Nederlanders geven niet snel op als ze iets in hun hoofd hebben, ook al komen ze obstakels tegen. Ze hebben natuurlijk ook hun minder goede kanten. Nederlanders laten hun gevoelens bijvoorbeeld niet makkelijk zien, ze uiten zich niet zo sterk als wij.
Wat ik soms mis, is een bepaalde logica. Ze zijn zo gespecialiseerd en gericht op bepaalde vakgebieden dat ik het gevoel heb dat ze het totaalplaatje uit het oog verliezen. En wellicht hebben ze dat totaalplaatje ook niet nodig, omdat ze heel praktisch zijn ingesteld.
Ik heb geleerd om vrijwilligerswerk te doen. Toen ik in Roemenië was, had ik nooit gedacht dat ik ooit vrijwilligerswerk zou gaan doen. Ik kan zeggen dat ik met beide benen op de grond ben komen te staan, omdat ik ook een ander gezicht van de maatschappij heb gezien. Ik heb geleerd dat je soms moet geven zonder iets terug te verwachten.
Naast het vrijwilligerswerk voor de organisatie voor vrouwen weet ik dat je ook nog op een andere manier vrouwen geholpen hebt. Vertel ons daar eens iets over.
O ja. Nadat ik voor het bedrijf van mijn man had gewerkt, voelde ik de behoefte om bij een bedrijf te werken waar ik meer contact had met de Nederlandse arbeidsmarkt. Het bedrijf wat ik vond en waar ik tien jaar gewerkt heb, organiseerde verschillende evenementen en conferenties. In 2013 liep er een project gericht op vrouwen die moesten re-integreren op de arbeidsmarkt na het verlies van een baan op een hogere leeftijd.
Toen begon ook mijn relatie met de sociale netwerken. We organiseerden voor die vrouwen wekelijkse ontmoetingen en workshops over verschillende onderwerpen. Ik gaf toen ook voor de eerste keer in mijn leven een workshop over sociale netwerken. Ik leerde hen bijvoorbeeld hoe ze LinkedIn konden gebruiken als middel om een baan te vinden. Ik ontdekte dat het bij me paste, wat mij aanmoedigde om uit mijn comfort zone te stappen en te proberen om iets voor mezelf te doen en niet meer voor anderen te werken. Tijdens dat project dat twee jaar duurde, heb ik heel veel vrouwen uit Deventer leren kennen. Nu heb ik een groot kennissennetwerk en elke keer als ik de stad in ga, kom ik een bekende tegen. De grootste voldoening bestond eruit dat ik die vrouwen, die boven de 40 waren, kon overtuigen om sociale netwerken te gebruiken, niet alleen vanuit professioneel, maar ook vanuit persoonlijk belang.
Het was zoals gezegd een project dat me moed gaf, een deur voor mij opende en nu werk ik voor mezelf. Ik denk dat het belangrijk is dat je op een gegeven moment je droom kan volgen. Mijn droom ontstond tien jaar geleden, maar ik had de moed en de inspiratie niet en ik voelde dat ik niet klaar was om die stap te nemen. Ik ben nu voorbereid om zelfstandig te werken voor Dutch Doors Media. Ik ben vooral ook voorbereid op een mislukking. Mijn weg is sinds ik hier ben op en neer gegaan, met meerdere momenten waarop ik eraan dacht om terug te gaan naar Roemenië, maar nu voel ik me goed, ik voel dat ik het ook kan accepteren als het niet goed gaat.
Wat betekent succes voor jou?
Succes is voor mij meer een weg dan een eindpunt. Ik denk niet dat als je bij een eindpunt bent aangekomen, je succesvol bent. Voor mij is succes de weg die je aflegt, die je voldoening geeft en een proces van creatie is. Ik denk dat je creatief moet zijn om succesvol te zijn en om bovendien een inspiratiebron voor de mensen om je heen te worden. Ik wil trouwens nog zeggen dat ik het heel belangrijk vind dat succes authentiek en oprecht is en trouw aan mijn principes. Als dat niet het geval is, hebben we het over een uiterlijk succes.
Hoe verhoud je je tot de Roemeense gemeenschap in Nederland?
Ik heb tegengestelde gevoelens. De gemeenschap is mij lief maar aan de andere kant heb ik er niet veel contact meer mee, in ieder geval in de afgelopen twee jaar. Maar natuurlijk heb ik sinds het begin van mijn tijd in Nederland Roemeense vrienden en die heb ik nog steeds. Ik heb zelf ook een initiatief genomen: van 2014 tot 2016 heb ik de Dag van de Roemeense traditionele blouse georganiseerd in Amsterdam. Daarna heb ik op de een of andere manier onbedoeld afstand genomen. De afgelopen jaren heb ik gezien dat er een gemeenschap is ontstaan en ik denk dat het goed zal gaan.
Interview door Claudia Marcu
Vertaling door Daniël Schenkeveld
Portret foto: Cristian Călin – www.cristiancalin.video
foto credit : Dana Rozmarin